
Stap 2: WiFi instellen en netwerkbeveiliging verbeteren
Als je router up-to-date is en klaar voor gebruik, moet je eerst je WiFi instellen en een nieuwe netwerknaam (SSID) instellen. Dit maakt het gemakkelijker om alle apparaten in huis met de WiFi te verbinden en verhoogt ook de beveiliging van je thuisnetwerk.
Waarom? Je SSID is openbaar zichtbaar en bevat vaak informatie zoals de naam van de routerfabrikant. Als je deze standaardnaam niet verandert, kan dit criminelen aanwijzingen geven over mogelijke zwakke punten in je thuisnetwerk. Hoewel het niet erg waarschijnlijk is dat je meteen gehackt wordt vanwege je netwerknaam, is extra beveiligen hier toch niet ingewikkeld. Je zou ook een grappige WiFi-naam kunnen bedenken.
Als je vaak gasten ontvangt en ze toegang wilt geven tot je thuisnetwerk, is het ook de moeite waard om een tweede SSID in te stellen - een aparte gast-WiFi. Op die manier kun je je thuisnetwerk beveiligen en je gasten toegang tot internet geven zonder meteen toegang te geven tot al je apparaten en bestandsmappen in je thuisnetwerk.
Natuurlijk is ook een veilige WiFi-sleutel belangrijk wanneer je je thuisnetwerk instelt. Minstens 12 tekens, met zowel hoofdletters, kleine letters en speciale tekens, worden hier aanbevolen. Maak je geen zorgen, zo'n ingewikkeld wachtwoord hoeven jij en je gasten niet elke keer moeizaam in te typen: moderne routers hebben meestal alternatieve, meer gebruiksvriendelijke manieren om verbinding te maken met WiFi, waar we in de volgende stap op ingaan.